In januari 2025 begon Suzan Orlebeke als programmamanager van KIK-V. In haar eerste jaar heeft ze stevig ingezet op de verbinding met zorgaanbieders, informatievragende partijen, collega’s binnen het Zorginstituut en andere betrokkenen. “Mijn rol is niet om alles om te gooien, maar om te versterken wat werkt, ruimte te maken voor wat nodig is en het vertrouwen te laten groeien.” Inmiddels is er veel gebeurd. Het programma staat steviger dan ooit en de koers is duidelijk: duurzaam doorbouwen. In dit artikel blikken we terug op haar eerste jaar en kijken we vooruit naar wat de komende tijd aandacht vraagt.
Meer zichtbaarheid en stevigere inbedding
Een van de belangrijkste mijlpalen van het afgelopen jaar is de zichtbaarheid en verankering van KIK-V binnen het bredere zorglandschap, stelt Suzan. “Het programma is opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO), en een aantal zorgkantoren bieden daarom zorgaanbieders de mogelijkheid voor een opslag als zij KIK-V implementeren. Ook heeft VWS toegezegd dat KIK-V als onderdeel van het Gezondheidsinformatiestelsel (GIS) geborgd wordt. Dat betekent dat KIK-V nu formeel onderdeel is van het zorgbeleid.”
Meerjarige ondersteuning op basis van nieuwe aanbesteding
Daarnaast richtte Suzan zich op het inbedden van KIK-V in de dagelijkse werkprocessen en systemen van de zorgaanbieder. Dat kost tijd en vraagt om goede samenwerking en aandacht voor wat zorgprofessionals nodig hebben om ermee te starten.
Juist die praktische ondersteuning kreeg een impuls door de nieuwe aanbesteding die het Zorginstituut dit jaar afrondde. “Zorgaanbieders krijgen hierdoor de komende drie jaar ondersteuning bij hun voorbereidingen op deelname aan KIK-V,” vertelt Suzan. “Dat betekent continuïteit in de ondersteuning en dat helpt enorm bij het opbouwen van vertrouwen en betrokkenheid.” Tegelijkertijd maakt dit het mogelijk dat meer organisaties tegelijkertijd aan de slag kunnen, waardoor de uitrol van het programma versnelt. "We verwachten dat eind 2026 minimaal 100 zorgaanbieders hun gegevens via KIK-V kunnen aanleveren."
KIK-V binnen het Zorginstituut
Ook binnen het Zorginstituut heeft Suzan gebouwd aan stevigere relaties. “We zijn een programma van het Zorginstituut, dus het is belangrijk dat we van elkaar weten wat we doen en waar mogelijk elkaar versterken.” Ze ziet dat die verbinding steeds sterker wordt.
Een belangrijke ontwikkeling is dat Mark Janssen, sinds medio 2024 voorzitter van de Raad van Bestuur van het Zorginstituut, in september dit jaar voorzitter is geworden van de KIK-V Ketenraad. “Mark weet veel van gegevensuitwisseling in de zorg en ziet tegelijkertijd het bredere speelveld,” zegt Suzan. “Hij zit dicht op de besluitvorming en weet wat er in de keten nodig is. “Dat brengt de juiste scherpte voor deze fase, wat helpt om KIK-V goed verder te brengen.”
"We blijven een programma in ontwikkeling. Soms moet je pionieren, soms juist de fundering versterken. We blijven luisteren naar wat er nodig is."
Gezamenlijke agenda en stevigere structuur
Een belangrijke ontwikkeling is de gezamenlijke meerjarenagenda die samen met de informatievragende partijen wordt opgesteld. “We hebben met elkaar de thema’s benoemd waar we de komende jaren op willen inzetten,” zegt Suzan. “Dat geeft richting en zorgt voor samenhang tussen de verschillende onderdelen van het programma.”
Daarnaast worden de interne processen verder gestructureerd. “Onze beheertaken gaan we nog steviger verankeren binnen het Zorginstituut. Daarmee zorgen we dat het fundament stevig staat en dat we ook op langere termijn kunnen doorgroeien.”
Meer samenwerking, meer impact
Volgens Suzan zien steeds meer partijen de waarde van het programma. Niet alleen als technische oplossing, maar ook als manier om samen te werken aan betere, bruikbare informatie. Dat betekent niet dat alles vanzelf gaat. “We blijven een programma in ontwikkeling. Soms moet je pionieren, soms juist de fundering versterken. We blijven luisteren naar wat er nodig is. Daardoor kunnen we stap voor stap verder bouwen.”
Vooruitblik: tempo houden en mensen meenemen
Voor komend jaar liggen de prioriteiten op tafel. “We blijven werken aan het bestuurlijk mandaat, versterken onze interne structuur en zorgen dat de ondersteuning van de praktijk doorgaat. Ook willen we beter laten zien wat de impact van KIK-V is, bijvoorbeeld hoe het gebruik van profielen zorgt voor minder ruis in dataverkeer, hoe zorgaanbieders en informatievragers elkaar beter weten te vinden doordat ze dezelfde taal spreken en hoe gezamenlijke definities bijdragen aan snellere, bruikbare informatie.”
Koersvastheid is geen rechte lijn
Die combinatie van koersvastheid en flexibiliteit noemt Suzan essentieel. We moeten koers houden op onze doelen en volop inzetten op gebruik van KIK-V in de verpleeghuiszorg; maar we kunnen relevante ontwikkelingen niet negeren, we moeten daarop blijven inspelen. We blijven dus bijvoorbeeld in gesprek met andere zorgsectoren en het sociaal domein omdat daar dezelfde vragen leven ten aanzien van gegevensuitwisseling en databeschikbaarheid. Dus koersvast betekent niet dat je in een rechte lijn vaart, je moet soms uitwijken en bijsturen, als je het einddoel maar in het vizier houdt.
Het toenemend vertrouwen is volgens Suzan misschien wel de grootste ontwikkeling in haar eerste jaar bij KIK-V. “Ik zie het groeien, bij partners, in het team, en in het veld. De erkenning is er ook, nu moeten we het gaan waarmaken.”