BVKZ: "Door mee te doen aan KIK-V laten wij stem kleinschalige zorgaanbieder horen"

Als er 1 schaap over de dam is, volgen er meer. Senior beleidsmedewerker Angeline Ackermans van de Branchevereniging Kleinschalige Zorg (BVKZ) gelooft in dat spreekwoord. Ze hoopt dat een pilot van 6 kleinschalige zorgaanbieders zal aantonen dat KIK-V zinvol voor hen is. "Juist als je problemen ervaart met gegevensaanlevering, is het belangrijk om nu met KIK-V aan de slag te gaan. Want uiteindelijk zorgt het voor minder administratieve lasten waardoor zorgaanbieders kunnen doen waar ze sterk in zijn: goede en op maat gerichte (kleinschalige) zorg bieden."

Angeline Ackermans van BVKZ
Angeline Ackermans van BVKZ

Belangstelling gewekt

Toen Ackermans op een beurs toevallig een adviseur van het KIK-V-programma tegen het lijf liep, was haar belangstelling gelijk gewekt. "Kleinschalige zorgaanbieders zien het belang in van gegevens aanleveren. Ze willen het ook best, maar vaak krijgen wij de terugkoppeling: het past niet bij ons. Vragen over personeelssamenstelling of decubitus vinden ze niet van toepassing op hun situatie. Die laatste vraag ervaren ze zelfs als beledigend: wij zorgen ervoor dat mensen voldoende in beweging zijn, wij hébben helemaal geen decubitus."

Gegevens in de hoofden

Ander kritiekpunt is dat de kleinschalige zorgaanbieders veel gegevens moeten aanleveren, maar niet weten waar het toe dient en wat ermee gebeurt. "We zien er nooit iets van terug, horen wij vaak. Aanbieders zouden graag willen weten: hoe doen wij het? Waar staan we? Wat kunnen we ervan leren?"

Leden van de BVKZ (in totaal ruim 300) zijn onder meer kleinschalige aanbieders in de verpleeghuiszorg. Het gaat niet per se om kleine organisaties, wel om kleinschalige zorg: huizen met maximaal 15 appartementen (30 bewoners). Specifiek voor deze aanbieders is dat veel gegevens niet zijn opgeslagen in systemen, maar in de hoofden van medewerkers bijvoorbeeld. "Die weten bij wijze van spreken uit hun hoofd wanneer bewoners jarig zijn. Vaak hebben deze organisaties ook geen kwaliteitsmanager of uitgebreide informatiesystemen (nodig), zoals bij grotere organisaties. Het is iemand uit de zorg die tijd moet vrijmaken om gegevens aan te leveren. Dus is het: te druk, geen tijd, waarvoor? Daarom is het ook lastig ze over de streep te trekken om mee te doen aan KIK-V."

Een brug zijn

Toch zag Ackermans in medewerking aan het KIK-V-programma meteen een perfecte mogelijkheid om de stem van de kleinschalige zorgaanbieders te laten horen. "Kwaliteitsindicatoren, regels en afspraken over gegevensaanlevering zijn vaak geschreven voor grotere instellingen. Wij hebben nu de mogelijkheid om mee te denken over wat wel en niet voor onze leden werkt. Daarin wil BVKZ een brug zijn tussen het Zorginstituut en kleinschalige aanbieders."

Dat is ook precies wat 6 van de BVKZ-leden in een pilot gaan uitzoeken. Van alle vragen in de diverse uitvragen gaan ze stuk voor stuk na of die van toepassing zijn voor kleinschalige zorgaanbieders en hoe ze zodanig in een systeem kunnen worden geplaatst dat ze maar 1 keer hoeven te worden beantwoord. Dat levert soms verrassende inzichten op. "In een bijeenkomst kwamen we er onlangs achter dat ‘systeem’ als een beladen woord wordt ervaren. Als iets dat groot is en waarvoor je een duur informatiesysteem moet aanschaffen. Terwijl het soms om een simpel bestandje kan gaan waarin je gegevens bijhoudt. We hebben gelijk besloten dat woord te vervangen door 'methode'."

Voordelen

Om het belang van KIK-V bij haar leden onder de aandacht te brengen, attendeert BVKZ in nieuwsbrieven en op haar website op onder meer de informatiebijeenkomsten van het programma en recent van het CZ Zorgkantoor. "Wij adviseren onze leden: doe er je voordeel mee. We willen er ook mee laten zien dat niet alleen wij, maar ook CZ en andere ketenpartijen onderdeel van KIK-V zijn. Tegen leden zeg ik: doe de Zelfscan. Is KIK-V relevant voor je organisatie, ga er dan mee aan de slag. Dan zal je vanzelf zien wat de voordelen zijn."